- Algemeen
- Productinformatie
- Aandrijving & Besturing
- Interieur
- Exterieur
- Rolluiken
- Zonwering & Overkappingen
Toen ik in de jaren negentig bij Flits Rolluiken en Zonweringen werkte, was ik vaak een klankbord voor mijn collega’s. Zo ook op die bewuste dag ergens in maart. Het weer werd mooier, de lente diende zich aan. Het hoofd productie slofte het kantoor binnen met een kop koffie en liet zich in de lege stoel naast mijn bureau ploffen. Hij nam een teug koffie, zuchtte eens diep en zei: “Het is weer lente Jan.” Ik wist wat hij bedoelde. Dat betekende dat de hormonen weer door de aderen raasden, met allerhande gevolgen in de fabriek, maar ook op kantoor trouwens.
‘Mensen zijn ook maar dieren’, opperde Midas Dekkers ooit. ‘Dieren die zich vooral willen voortplanten om de soort te laten overleven.’ Het was in de lente inderdaad of er door hele groepen allerlei paringsdansen werden uitgevoerd. Flits Rolluiken en Zonweringen was misschien wel het broeierigste bedrijf van Brabant, met een afdeling waar alleen maar vrouwen werkten – de doekconfectie – en afdelingen vol mannen – de zagerij en de assemblage. Peter Zustere nam nog een slok koffie en ging verder: “Jullie kantoormedewerkster Rosalinde komt vandaag niet. Zij stond gisteren aan het einde van de dag met een gekarteld broodmes uit de kantine op de doekconfectie, om even de keel van Dorien door te snijden. Om haar duidelijk te maken dat Dorien met haar tengels van haar man af moest blijven. Beide dames staan even op non-actief.” Ik deed of ik verbaasd was. “Maar de vriend van Rosalinde werkt toch op de screenassemblage? Is er iets gebeurd tussen Dorien en hem op het werk?” Peter knikte. “Ja, op de afdeling van Herman. Ik ben erachter gekomen dat de zolder met incourante doekrollen net Yab Yum is. Er staat nog net geen wachtrij voor de ladder.”
Het kon verkeren, daar in de productie. De lente en de zomer waren ook de maanden dat er in de assemblage werd opgeschaald door uitzendkrachten in te huren. Zo stond er dat jaar een behoorlijke groep Poolse medewerkers te assembleren. Ze spraken geen woord Nederlands. Alles wat voor hen belangrijk was, werd vertaald in het Pools, uitgeprint, geplastificeerd en op relevante plaatsen opgehangen. De Polen zelf waren door het uitzendbureau op een camping in de buurt gehuisvest. Na weken werken, kamperen en het nodige nachtelijk drinkgelag, kwamen ze erachter dat onze jongerenomroep Veronica gelijk had: ‘Je bent jong en je wilt wat!’
De begerige blikken vanuit de assemblage richting het doekconfectieatelier werden steeds talrijker. De dames hadden geen schijn van kans. De meesten van hen hadden verkering of waren getrouwd met echte Brabantse boerenzoons. Mannen met veel kwaliteiten, maar tact, charme en romantiek hoorden daar niet bij. De Poolse jongens bezaten die kwaliteiten juist wel. Rasechte charmeurs waren het, die zich hulpeloos opstelden vanwege het taalprobleem, zich geduldig Nederlandse woorden lieten influisteren en die de dames het hof maakten met romantische gebaren: een keer een zelf geplukt bloemetje meebrengen, met een stukje zonweringdoek aankomen en dan een vergelijking maken met de kleur van de ogen of een jasje om de schouders als er een fris briesje woei als de oversteek van de productie naar de kantine moest worden gemaakt. De nekslag voor de wil van de dames en een echte libido-kickstarter…
Zo kon het gebeuren dat een deel van de dames van de doekconfectie inging op het voorstel om op de Poolse camping te komen barbecueën. Het leek de dames in kwestie beter om die avond onder valse voorwendselen de deur uit te gaan, aangezien er weinig begrip werd verwacht. Wat een geheim had moeten blijven, lekte natuurlijk toch uit. Dat gebeurde tijdens een personeelsfeest, waar ook de aanhang was uitgenodigd en de Poolse medewerkers de dames van de confectie toch ook wel een beetje als hún aanhang zagen. Gelukkig kwam Peter Zustere, die de bijnaam ‘de generaal’ had, op tijd tussen de strijdende partijen en werd de avond met een gewapende vrede beklonken. Hoe het in de diverse huishoudens daarna is verlopen, is mij onbekend…
De namen in dit artikel – behalve uiteraard de naam van Jan Mol – zijn om privacyredenen gefingeerd.